Refractors
Refractors of lenzenkijkers zijn het eenvoudigste type telescoop. Het licht valt binnen langs het objectief. Door de bolle lens in het objectief, wordt het licht afgebogen naar het brandvlak. Achter het brandvlak bevindt zich het oculair dat oorspronkelijk uit één en later uit twee bolle lenzen bestond. (Figuur a).
Dit type kijker draait wel alle beelden om. Voor astronomische doeleinden is dit echter geen probleem; vele kaarten worden zelfs omgekeerd gedrukt. Bij een gewone veldkijker daarentegen gebruikt men een holle lens als oculair, die voor het brandvlak geplaatst wordt (Figuur b). Op die manier draait het beeld niet om.
Refractors hebben echter een groot nadeel. Niet alle lichtstralen worden even sterk afgebogen door een lens. Violet licht buigt meer af dan rood. Dit effect noemen we kleurschifting. Vermits het licht van een ster samengesteld is uit alle kleuren van het spectrum, zal zij in een eenvoudige lenzenkijker een wazige, gekleurde rand vertonen. Dit kan worden verholpen door het objectief te vervangen door twee lenzen van verschillende glassoorten, die het licht op een verschillende wijze breken: achromatische lenzen (Figuur c).
Aangezien een lens alleen aan de rand kan ondersteund worden, is ook haar diameter beperkt. Een grote lens heeft namelijk de neiging door te buigen onder haar eigen gewicht, waardoor het lensoppervlak vervormt. Daarom is men voor grote kijkers aangewezen op spiegeltelescopen.
Is er iets onduidelijk? Heb je een fout gevonden? Mail ons!