Verrekijkers

Verrekijkers worden vaak over het hoofd gezien als astronomische instrumenten. Tegenover telescopen hebben ze echter drie grote voordelen. Om te beginnen zijn ze gemakkelijk hanteerbaar. Bovendien kan men met beide ogen waarnemen, wat minder vermoeiend is. Tenslotte draait een verrekijker het beeld niet om, zodat hij dus ook geschikt is voor aardse waarnemingen. Op een verrekijker staan doorgaans drie getallen (bijvoorbeeld 7x50 7°.1). Het eerste getal duidt op de vergroting (in dit geval 7 maal). Het tweede is de diameter van de lens in mm (hier dus 50 mm). Het derde getal geeft de diameter van het beeldveld aan (7°.1). Soms wordt het derde getal ook vervangen door een uitdrukking als "125 op 1000". Dit wil zeggen dat het veld van de verrekijker op 1 km afstand een diameter heeft van 125 m.

De kracht van een verrekijker ligt niet in zijn vergroting, maar wel in de diameter van zijn objectieven, die (zoals we reeds weten) bepalend is voor de lichtsterkte. Bovendien heeft een verrekijker een groot beeldveld. Deze eigenschappen maken hem vooral geschikt bij het waarnemen van maansverduisteringen, kometen, planetoïden en sterrenhopen.

Is er iets onduidelijk? Heb je een fout gevonden? Mail ons!