Waarom de dagen lang zijn in de zomer en kort in de winter...
Seizoenen ontstaan doordat onze aarde een hoek van ongeveer 23,5° maakt met haar baanvlak rond de zon (ecliptica). Door deze hoek lijkt het alsof de zon een half jaar onder de evenaar zit en een half jaar boven de evenaar. De punten waar de zon van noord naar zuid gaat en omgekeerd noemt men equinoxen. Het lentepunt bevindt zich momenteel in het sterrenbeeld Vissen dichtbij de grens van het sterrenbeeld Waterman. Doordat, na het kruisen van het lentepunt, onze noordelijke helft van de aarde steeds meer naar de zon toe helt, komt de zon hoger aan de hemel te staan, worden de dagen langer en krijgen we over het algemeen wat warmere dagen.
De naam equinox is een afgeleide van het Latijnse woord aequinoctium, wat zoiets als “gelijke nacht” betekent. Op deze opmerkelijke dag duren dag en nacht immers exact even lang, namelijk 12 uur. Bovendien zijn equinoxen de enige dagen in het jaar waar de zon precies opkomt in het oosten en ondergaat in het westen.
Hoewel de aarde altijd dezelfde baan rond de zon aflegt, met dezelfde snelheid en dezelfde aantrekkingskracht van de zon verschilt toch jaarlijks de dag waarop de astronomische lente begint. Een groot raadsel voor veel mensen, maar dit heeft alles te maken met onze kalender en tijdrekening. Die volgt immers niet exact de sterrenkundige kalender, zoals gemeten tegenover de ver afgelegen sterren. Onze pogingen dit te herstellen met schrikkeljaren en dergelijke meer zorgen ervoor dat de officiële datum van de lente dus wat kan verschillen van jaar tot jaar. In realiteit vindt het lentepunt steeds op hetzelfde tijdstip plaats!