De oortwolk toont dat er zelfs op enorme afstanden van de zon nog objecten rondzweven die onder invloed staan van de zwaartekracht van onze zon. Die zwaartekracht is niet iets dat zomaar ophoudt: ze wordt steeds kleiner naarmate we van de zon wegbewegen, maar er is geen moment waarop je een echte grens kan stellen. Waar eindigt het zonnestelsel dan wel?
Het antwoord komt misschien van de Voyager-ruimtesondes, die na de buitenste planeten van het zonnestelsel verkend te hebben nog steeds verder reizen, de interstellaire ruimte tegemoet. In 1992 voelden beide ruimtetuigen, op een enorme afstand van elkaar, een soort van schokgolf. Na berekeningen ontdekten astronomen dat deze schokgolf de weerkaatsing was van een eerdere schokgolf, die een jaar eerder door de zon was uitgestuurd: een plotse enorme toename van de zonnewind.
Men gaat er nu van uit dat die uitbarsting op een bepaald moment ergens is tegengebotst, en dat de Voyagers die weerkaatsing hebben gemeten. Die "muur" waartegen de schokgolf is gebotst, is de heliopauze: het einde van de invloedssfeer van de zon, en dus ook de grens van ons zonnestelsel. Op die plaats ontmoet de zonnewind het interstellaire medium, de bijna-lege ruimte tussen de sterren. Die is niet helemaal leeg: net zoals de zonnewind de interplanetaire ruimte opvult, is er ook in de interstellaire ruimte een soort van wind, bestaande uit een stroom van kleine deeltjes. De heliopauze is dus de plaats waar de zonnewind zo zwak is dat ze door de wind van het interstellaire medium wordt gestopt. Dat gebeurt op ongeveer 145 AE van de zon.
De Voyager 1, die nu al tot op een goeie 75 AE van de zon gereisd is, lijkt sinds augustus 2005 in de heliopauze gekomen te zijn: de sonde ontmoet regelmatig plotse veranderingen in de snelheid van de zonnewind, in de magnetische veldsterkte en in het aantal kosmische stralingsdeeltjes. Vele metingen komen echter niet overeen met de bestaande theorieën: de heliopauze is duidelijk ingewikkelder dan werd aangenomen. De huidige modellen geven aan dat deze overgangszone aan de grens van het zonnestelsel zo'n 40 AE dik is, wat wil zeggen dat de Voyager 1 nog tien jaar in deze omgeving zal vertoeven alvorens echt in de interstellaire ruimte terecht te komen.